Tijdens de jaarlijkse nachtzwaluwtelling op de Sallandse Heuvelrug zijn in 2018 99 territoria vastgesteld, 3 minder dan vorig jaar, maar op hetzelfde hoge niveau van de laatste vijf jaren.
Fig. 1 ontwikkeling aantal territoria vanaf 1995
De telling werd voor de 24e opeenvolgende keer gehouden en werd weer georganiseerd door de Vogelwerkgroep Midden Overijssel (VMO) en uitgevoerd door 40 vrijwilligers van het IVN-Hellendoorn/Nijverdal, VMO, medewerkers van Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten en vogelaars uit Bathmen e.o.
Sinds 1995 wordt elk jaar geteld op de laatste twee vrijdagen van juni en de eerste vrijdag in juli.
De telling wordt uitgevoerd in de vorm van een simultaantelling. Het leefgebied van de nachtzwaluw op de Sallandse Heuvelrug, met name het heidegebied, wordt opgedeeld in 17 telgebieden. Per telgebied worden tussen 22:00u en 24:00u door 2-3 tellers vooral de zingende (snorrende) mannetjes opgespoord. Best een lastig karwei, want dubbeltellingen moeten uiteraard worden voorkomen. Met name voor beesten die op de grenzen van de telgebieden zingen is goede afstemming met tellers in aangrenzende telgebieden noodzakelijk. Ook dit jaar werden de tellingen onder zeer gunstige weersomstandigheden uitgevoerd, waardoor de vogels zich prima presenteerden.
De nachtzwaluw heeft vanaf 1995 een mooie ontwikkeling doorgemaakt: werden er in 1995 nog maar 28 broedparen geteld, de laatste jaren schommelde het aantal rond de 97 paren. Een deel kan worden toegeschreven aan areaal vergroting door boskap. De in 1991 ingezette maatregelen tot behoud van het korhoen in Nederland hadden en hebben een positief effect op herstel en verbetering van het heidebiotoop en haar vogelbevolking op de Sallandse Heuvelrug.
Voornamelijk soorten als nachtzwaluw, geelgors, roodborsttapuit, grasmus, kneu en vanaf 2005 ook de grauwe klauwier hebben hiervan geprofiteerd, maar ook de houtsnip, een soort die tijdens de tellingen veelvuldig is waargenomen. Hoewel nadrukkelijk moet worden gesteld dat bij deze soorten ook landelijke tendensen een rol spelen.
Het grootste deel van de toename lijkt echter kwalitatief van aard: het is niet eenvoudig om aan te geven wat de exacte oorzaken van deze toename zijn. Zo is er de landelijke toename in de kerngebieden van de nachtzwaluw. Deze moet mogelijk los gezien worden van biotoopverbetering en kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden door betere overleving in de overwinteringsgebieden beneden de Sahara en/of gunstige weersomstandigheden tijdens voor- en najaarstrek. Maar bijvoorbeeld ook door positieve klimatologische effecten in het Nederlandse broedgebied, waardoor het aanbod van grotere nachtinsecten (met name vlinders) in het biotoop groter is. Hoewel veel Afrikagangers in 2018 later in de broedgebieden verschenen werd de eerste nachtzwaluw “gewoon” weer in de eerste week van mei (3 mei 2018) op de Sallandse Heuvelrug vastgesteld, vergelijkbaar met de aankomst datum in 2017. In eerdere jaren arriveerden ze ook al wel eind april.